Dans je droom de wereld in (deel 4)
            Deel 4
            Pieter schrikt, schuift op en wat vind ik  
              ervan? Schrijvertje? Beducht om je zin? 
              Te moe voor een hart? 
              Het gelijk van de wereld zwijgt, 
            zo is dat. 
            `Poep in je oog,' antwoord ik. 
              `Je bent wat je gelooft.  
              Iets in de lucht dat al altijd zo is 
              maakt mij verliefd.  
              Ik kan mij leven verbeelden. 
            Geluk benoemend  
              tot het raak is. Niet toevallig. 
              Opdat het ook gebeurt. 
              Op de gis gaat het. Aandachtig. 
              Ik antwoord mijn roep.             
            Zeker, alles zal doordrongen worden, is reeds 
              in zijn eenzaamheid gearriveerd en in zijn geest 
              ontboden. Overal bloeit liefde op.  
              Tot de tederheid van zichÂzelf  
              gekomen is allang elk dier.' 
            Het meisje kijkt van Pieter naar mij,  
              lacht ietwat. 
              `Ik ben Pieter,' zegt Pieter, `en jij?' 
              Ze heeft een zachte mond. Janine. 
              Ze is een violiste. 
            `Ach nee! Wat leuk is dat!'  
              De vrouw van het sneeuwbloesempad  
              met een stralend gezicht, ze wipt 
              haar voeten op en neer. 
              Ze genoot altijd zo van - 
            `al hoor ik niet goed, 
              de beweging. De tederheid 
              van de vanzelfgaande beweging 
              deed me wat. Dat ik daar zat 
              en door muziek werd liefgehad.' 
            Of haar mond een web samentrekt 
              om de spin die daar zit 
              oud  
              is ze weer  
              een mens van de dag. 
            Pieter zucht. Werpt zich weg.  
              `Ik ben goedkoop, ik slik mijn munt.  
              De wereldbuitenkant is mooi genoeg.  
              Een volle bloem was haar mond, rood 
              om te kussen en haar witte hals O! 
            Al die kusjes, 
              vele kusjes, haar lichte 
              stap stap.  
              Ik had mijzelf niets werkelijkers gegund.  
              Ooit een vriendje gehad? 
            Janine? Verliefd 
              als een schaafwond, een valse hond,  
              was je dat?' 
              Dikke engel Janine, ze zit  
              over haar borsten gekromd 
            door God overhoord. `Mijn viool,'  
              glimlacht ze,  
              `daar houd ik van.' 
              Ze klinkt onverlegen, 
              chirurgisch sereen. 
            Lees verder: 
            
   |