Home Weblog Boeken Coaching Over Marijn Contact  
 
 
Home > Boeken > Gedichten > Een lief kind heeft vele namen (deel 3)
 
 

Gedichten

 
 

Een lief kind heeft vele namen (deel 3)

Deel 3

Ik onderbreek zijn woordenstroom maar
Tosj steekt zijn wijs­vin­ger op en wacht
omdat de oude vrouw zo knikt en wil
verzitten wat niet lukt
en in het gangpad

wordt `Vicky'
geroepen,
`Vicky! Vicky!'
Vicky wacht met komen,
gooit een gele bal

voorbij zodat
Pieter lacht en Janine strekt
haar armen en tenslotte haar rok haar rok
de vrouw lostrekt en zegt,
`zonnehuis, mooi zei u dat,

zo'n huis, waar je 's avonds in zit
als de zon is helemaal rondgeweest,
door alle ramen heeft gekeken
en alles, wat je deed,
met tijd en vertrouwen heeft goedgekeurd.

Maar of dat herinnering is?
Ik ben al zo oud.
Het licht heeft door al mijn ogen gekeken
maar ik weet bijna niets meer;
Troje viel bij heldere maan,

dat weet ik nog, mevrouw, mevrouw
hoe heet ze nou,
mijn geheugen is net een slak,
een slak op weg
naar iets dat ik vergeten ben

waarom het belangrijk was. Mevrouw.... mijn lerares
die leerde me dat; o haustus silentii,
ik geef het op,
ecxuus dat ik u onderbrak,
was Pluto niet de dodengod?'

`Was, mevrouw, u zegt het goed.
Wij zijn gesprekken nog, mergkrampende taal, een waterval
van dromen
maar ook dat houdt op
niets rest.

De grote muil in
van het verblindend verknipselen
tot koolstofas en sterrenvuur
dat is afglijden van de rand
van het mensengeheugen, weg zijn,
ieder eeuwig alleswillend uur.'

Lees verder:

 

 

Overzicht gedichten