|
Doel en gevolg
Wat gaan we doen vanochtend? Taaloefeningen, vertalen of vertellen?
Mijn lessen staan keurig in de digitale werkplanner maar ik begin de les graag met een praatje. En als ik eerlijk ben, ik vergeet de planning soms even. Waar mogelijk relateer ik lesstof aan het nieuws van de dag. Ik houd van uitweiden, linken, dramatiseren, moraliseren, prikkelen. De grote vragen: wie zijn we, wat doen we hier, waarom zit je op school, leerlingen denken en praten er graag over. Maar vandaag repeteren we de voegwoorden. Relaties tussen hoofd- en bijzinnen. Het verschil tussen opdat en zodat, doel en gevolg blijkt telkens weer lastig. Vertel eens, Guido, ben jij een opdat-kind of een zodat-kind? Ben jij een lovebabie of een geplande babie. Ben jij het gevolg of ben jij het het doel van de schepping.
Guido trekt zijn wenkbrauwen op, de klas lacht. Guido is een trial en error leerling en overduidelijk geen doel van de schepping. Tijdens de Romereis stapt hij met een vlindermes in zijn zak doodleuk de Vaticaanse musea binnen en is verbaasd dat hij door een driftige uniformdrager apart wordt genomen. En bij een andere excursie probeert hij of zijn met vijftig euro statiegeld belaste kamersleutel door een gleufje van de liftschacht past en stelt met een bezeerd lachje vast dat dat zo is. Met welk doel heeft de Schepper een Guido het leven geschonken?
De vraag is verkeerd stellen we vast. Een Guido bestaat niet. En onze Guido is een survivor, een kind van het voegwoord 'zodat'. Hij is dan wel niet bedoeld maar hij is the master, hij wint. Guido toont de klas zijn biceps. Zijn zelfbeeld is aanzienlijk ge-upgrade.
De klas buigt zich over een taaloefening. Een nieuw probleem doemt op. Je kunt toch ook een omdat-babie zijn. Je wordt toch geboren zijn omdat je ouders bij elkaar zijn.
Zelfs op zinsniveau zijn relaties ingewikkeld. Ik betoog dat er ook echtparen zijn die omdat ze geen kinderen hebben ... De aandacht dwaalt af. Guido maakt met zijn armen een vreemde schaarbeweging.
Wat is er loos, Guido?
Hij herhaalt zijn beweging.
Scheef? Wat zit er scheef?
Ik kijk omlaag, loop naar de hoek van het lokaal en knoop de knoopjes van mijn overhemd los en weer vast.
De klas heeft lol, Guido het meest.
U bent zeker te laat opgestaan he? mijnheer, plaagt hij. Dat is het gevolg. Of staat u met een doel voor schut?
|
|
NRC Onderwijs Column
Zaterdag & Cetera
|
|