Home Weblog Boeken Over Marijn Contact  
 
 
Home > Boeken > Columns > Vals zingen
 
 

Columns

 
 

Vals zingen

Als je geen kwaliteit mag leveren, waar leef je dan voor?
Ik zit tegenover Willem. Hij belde me op vorige week. Ik ga voor twee jaar naar Cambridge. Zullen we nog eens bijpraten?
Beelden drongen zich op. Lang haar, hoed, gitaar op schoot, liedjes van OK Computer op een verlaten trap in school. Als een stuurloos botsautootje door de gangen stuiterend. Snikkend in een hoek omdat hij door ons niet werd begrepen. Het hoogste examencijfer Latijn.We maakten een afspraak. In de oven staat een schaal lasagne. Hij vertelt over zijn eerste studiekeuze. Het beviel niet. Studenten die niets voorbereiden, docenten die net op het moment dat een tekst interessant wordt hun toevlucht zoeken in arbitraire verklaringen. Nee, bij natuurkunde is het duidelijk wat je doen moet. Je legt problemen je wil op. Net als met zingen: bij natuurkunde merk je wanneer het vals is, bij letteren is alles wel goed. Als je een klassieke talen student zegt dat je natuurkunde studeert, kijkt hij de andere kant op, als je een natuurkunde student zegt dat je klassieke talen studeert zegt hij wat leuk dat had ik ook wel gewild.
Ik hoef weinig te vragen. Uit iedere zin blijkt zijn oude behoefte aan substantie. Iets moet kloppen. En goed zijn, ook moreel. Hij is geen lid van een studentenvereniging omdat hij vindt dat die stap verlangt dat je iets van je eigen identiteit inlevert om de sfeer en de eigen traditie te helpen voortbestaan. Maar op zijn eigen vraag naar een levensalternatief voor kwaliteit geeft hij na een uurtje non stop praten een verrassend antwoord. Er zijn natuurlijk altijd nog mensen, zegt hij. Zijn brillenglazen spiegelen. Als ik kies voor een relatie wil ik er natuurlijk ook zijn. En als ik een zoon krijg wil ik hem opvoeden. En als mijn vrouw invalide wordt zeg ik niet: rijd jij maar de Spaanse trappen af.
Hij snijdt een banaan in zorgvuldig dunne schijfjes. Ik krijg een lekker toetje.
Hier in huis snappen ze er niets van, zegt hij. Dat zo'n jongen in een poloshirtje die de halve dag achter zijn computer aan zijn Wiki zit te pielen geen braindead eikel is. Ik ben best aardig, weet je. Ik houd niet van sharkerig darwinisme. Ik ben sociaal. Dat wil ik gewoon.
Ik loop terug naar het station. Hij houdt een paraplu boven mijn hoofd. Ik mag niet nat worden.

 

NRC Onderwijs Column

Zaterdag & Cetera