Home Weblog Boeken Over Marijn Contact  
 
 
Home > Boeken > Columns > Het mooiste vak
 
 

Columns

 
 

Het mooiste vak

Eva gaat het snappen, ik merk het, ik hoor haar hoofd werken. Ze maakt een 'huh' geluidje, zucht, trekt aan haar neus. Terwijl ik naar haar zorgvuldig oranje gelakte nagels kijk, nog een duwvraagje stel, rondspeur of er in de klas geen vingers zijn.
Een schokkerige handbeweging verraadt dat het moment nadert, ja ja, een spierverstijving treedt op, het downloadmoment is daar. En ineens: twee grijsblauwe ogen kijken me aan, eerst dommig, niet gelovend, dan klaar verlicht door het inzicht. Als vanzelf.
Een wonderlijk bevredigende ervaring is het, alsof je het leven zelf hebt geholpen. Wat Sokrates 'verloskunde' noemde, het stapje voor stapje activeren van al aanwezige kennis, daar lijkt het op. Helpen begrijpen.
Toch zou ik nooit leraar worden. Net zoals ik geen kinderen zou krijgen en nooit ouder dan veertig wilde worden. Ik herinner me dat ik mijn onvolprezen vakdidacticus belde om hem te zeggen dat ik ervan afzag. Ik ging schrijven. Ik woonde op een woonboot, het was warm en vreemd donker. Het kanaal was onheilspellend stil, de lijn kraakte.
'Wat zeg je me nou?' zei hij. 'Ben je gek geworden? Jij wordt om de donder wel leraar! Hoor je me?' Ons gesprek werd overstemd door een blikseminslag gevolgd door een rondom omvallende hemel. Ik ben gevoelig voor tekens.
Dus zit ik nu hier in een verlaten lokaal. Ik heb geen spijt. Ook al noemde mijn lievelingslastpak me vandaag een 'mega-eikel' toen ik zijn werk innam omdat ik van mening was dat je geen repetitie dient te onderbreken voor een tongzoensessie op de gang.
En al meende een ander, een meisje met zoetroze lippen en een t shirt met de tekst 'seduce', dat ik onrechtvaardig ben omdat ik met twee maten zou meten, wat niet waar is want ik meet met honderd maten.
En al zit weer een ander dankzij mij in een aangrenzend lokaal in een zee van bleke kauwgumgezwelletjes, plastic handschoenen aan, plamuurmes in de hand en vraagt me met gloeiende ogen: 'Weet u hoe ranzig de kinderen van dit lokaal zijn, mijnheer?'
Ik ruim de rommel op. In de vensterbank slingert een boekverslag van mijn vorige boek. Op tafel lees ik in potloodletters: I still want you back . Ernaast is een rood hartje getekend.
Eros rules, stelden we vast in de laatste Griekse les. Volgende week sluit ik de deur. Ik voel de zomer al. De tintelende vrijheid. Beste lezers, ik groet jullie.


 

NRC Onderwijs Column

Zaterdag & Cetera