Home Weblog Boeken Over Marijn Contact  
 
 
Home > Boeken > Columns > Saulus Paulus
 
 

Columns

 
 

Saulus Paulus

"Wat ik er leer? Ze zijn zó afhankelijk! Ze worden weer gewassen. Ze komen niet meer buiten. Ze lopen in hun blote "billenlapjes" over de gangen, aan de muren hangt wazige kunst en de zusters doen alsof ze kleine kinderen zijn." Aan het woord is een Pabo student, oud-leerling. Hij spekt zijn studiebeurs met soppen en dweilen in een verzorgingshuis. "Dan kom ik om tien uur de koffiezaal binnen. Zelfde stoelen, zelfde tafels, moderne lampen en daar zit dan zo'n groepje koffie te drinken. Laatst kwam er één later. Dan zie je al die stoelen een stukje opzij schuiven. Die mag er tussen zitten. Aan de andere tafels zitten losse mensen.. "Ik mag daar toch niet tussen zitten," klaagde een dame toen ik vroeg waarom ze alleen zat. "Het is altijd een vaste groep." En als ik dat zo meemaak dan denk ik: ze zijn ouder en wijzer, maar nee hoor, zelfs bij ouderen is er een strijd, net als bij kleuters." Worden wij wel oud en wijs? Jong en rechts zijn is niet in de haak, beweert een vriend van me maar oud en links zijn ook niet. En inderdaad, levenservaring streeft naar het behoud van dierbaarheden, van waarden die je als jong mens nog moet veroveren. Zonder tegenstand geen inzicht. Opvoeden is weerstand bieden. Twee leerlingen verweten mij deze week "puur machtsmisbruik" omdat ik de te laat kom regeling strikt toepaste. Wat is namelijk erger: een les moeten missen of een minuutje te laat komen? Ik had me in hen moeten verplaatsen, dus in de gevolgen van het de les niet in mogen. Een hálf uur voor een briefje in de rij staan omdat je één minuut te laat komt: wie bedenkt zo'n belachelijke regeling? School moet dat maar beter organiseren.Want waar gáát het nu eigenlijk helemaal over? De gedoogzone lonkte. Dat je gewoon op tijd moet komen als je aan de les wilt deelnemen was geen goed antwoord. "Regels zijn regels" evenmin. In hun ogen vonkte principiële verontwaardiging. Wie regels handhaaft is niet aardig en leraren dragen doorgaans niet graag een politiepet maar stand houden is hun plicht jegens de beschaving. Op de man spelen was hun laatste middel. "Bent u nooit jong geweest? Deed u nooit iets fout? Bent u perfect? Leraren komen zelf zo vaak te laat. Mag dat wel?" Het hadden mijn woorden kunnen zijn. Ik ken iemand die in zijn vrije tijd als een hedendaagse Paulus een kleine kruistocht tegen "pesten" voert. Een soort "Wiedergutmachung" noemt hij het. Immers, ooit was hij een kleine Saulus die zich 's morgens lang voor aanvang van de school achter een betonnen pijler in de fietsenkelder verborg en wachtte tot er voldoende kinderen waren om zich onopgemerkt door de menigte naar het lokaal te begeven. Hij bloosde vlug, was dikkig, motorisch zwak, sociaal weerloos en domineeszoontje. Vijfmaal fout. Zijn trotse moeder kleedde hem in ribfluweel, een outfit die hij onderweg in de bossen verwisselde voor meer gangbare kleding. Twee jaar lang droeg hij de rode lantaarn van zijn klas. In het derde leerjaar pikte hij condooms uit een winkel. Het bezit van condooms bezorgde hem een nieuwe status. De goden van de klas ontboden hem op hun Olympus. Toen hij bij wijze van sollicitatie de condooms na de middagpauze in de broodtrommels van de moederskindjes deed, werd hij aangenomen als slaaf-pestkop. De bloem der jeugd bloeit op wrede bodem. Zijn boetedoening is niet uniek, denk ik. Saulus en Paulus leven in velen van ons. Maar het is mode landgenoten publiekelijk aan het kruis van hun jeugdzonden te nagelen. Eens een zondaar altijd een zondaar. Staan we eigenlijk wel toe dat iemand ouder en wijzer wordt? Of heeft mijn oud-leerling gelijk en woedt de strijd tot in het mortuarium van huize Avondrood. Na enig heen en weer praten vinden mijn leerlingen dat op tijd komen toch wel nodig is. De kous is daarmee af. Ik oogst mijn gelijk niet. Een eervolle aftocht houdt de weg vrij. En, heel toevallig, de volgende morgen komen ze ruim op tijd. Twee schoongewassen snoetjes die mijn blik hautain vermijden. Ik steek mijn duim omhoog. Zag ik daar een minuscuul lachje? Misschien. Maar niet bestemd voor mij.

 

NRC Onderwijs Column

Zaterdag & Cetera